Tijd voor een goed gesprek over antistolling. Dit is de conclusie uit het onlangs gepubliceerde onderzoek ”Perceptions and experiences of atrial fibrillation patiënts on their condition and oral anticoagulant treatment” in het tijdschrift Cardiology and Therapy.1De kennis over behandelopties is laag, zo blijkt uit het onderzoek. Van alle VKA-gebruikers is slechts 12% op de hoogte van het bestaan van een DOAC. Daarnaast staat 52% van de VKA-gebruikers open voor overstap naar een DOAC, nadat men was geïnformeerd over de behandelopties en de voor- en nadelen. Uit een ander onderzoek blijkt dat zelfs 70% van de VKA- gebruikers wil overstappen wanneer hun de keuze geboden wordt.
2AF patiënten die recent zijn overgestapt van een VKA naar DOAC, ervaren met name het wegvallen van de trombosedienst als een belangrijk voordeel.
Wat betreft voorkeuren en percepties laten AF patiënten in het onderzoek weten dat drie zaken voor hen het belangrijkste zijn bij het gebruik van orale antistolling;
- Ten eerste het verlagen van het risico op een beroerte, men wil geen ‘prop in de kop’.
- Ten tweede is het voor hen belangrijk om de kans op (spontane) bloedingen te verlagen.
- En ten derde speelt wel of geen controle bij de trombosedienst een grote rol bij de medicatiekeuze.
Het voeren van een goed gesprek, informatie over beschikbare behandelopties en de discussie over welke optie bij de patiënt past, belangrijke voorwaarden voor een gezamenlijk besluit.
Het onderzoek ‘‘Perceptions and experiences of atrial fibrillation patiënts on their condition and oral anticoagulant treatment’ gaat in op de perceptie en ervaring van AF-patiënten met betrekking tot het verloop van hun ziekte en de ervaringen met de door hen gebruikte medicatie. Het onderzoek vond plaats in twee fases: een kwalitatieve gespreksronde onder 16 AF- patiënten gevolgd door een kwantitatieve fase onder 101 patiënten.
Onderstaande infographic laat u de resultaten zien van het onderzoek